Je denkt dat je het allemaal aankan,
Dat iedereen om je geeft,
Maar als je dan bedrogen wordt,
Is het niet meer als houden van.
Iedereen wil bij je zijn,
Iedereen vind je aardig,
Iedereen doet leuk,
En jij voelt je bij hen heel fijn.
Toch moeten ze je weer bedriegen,
ze moeten je weer pijn doen,
Dat spreek je over houden van,
Maar het is alleen maar liegen.
Niemand komt meer voor jou op,
Niemand geeft meer om je,
Je kunt roepen het is vriendschap,
Maar je houdt jezelf een blad voor je kop.
Na een lange tijd krijgen ze spijt,
Moet je ze vergeven,
Maar het was voor jou,
Gewoon een te lange tijd.
Nu hoeven de ruzies van jou ook niet meer,
Je bent weer lekker vrolijk,
Tegen iedereen aardig,
Maar het was niet de eerste keer.
Jij loopt met dat rotte gevoel te sjouwen,
Want ze beginnen weer,
Ze kunnen de pot op,
Want weg is je vertrouwen.
Iedereen die om je gaf,
Die van je heeft gehouden,
Al die ruzies opgelost,
Toch ben jij nu bekaf.
Dat is toch niet eerlijk,
Niet rechtvaardig,
Toch zijn er van die mensen,
Die genieten van die kick.
Laat ze stikken die zogenaamde ‘goede vriend,’
Zij die je hebben pijn gedaan,
Want dit is niet rechtvaardig,
Jij hebt die ‘vrienden’ niet verdient.