laat ons praten over de anderen
eenzijdige cellen die denken veranderen
hoe zij codes plachten te breken
die zich jegens hen
onvermijdbaar en terecht
als van God zullen wreken
schuiven zij zij aan zij
doorheen de grauwte
die hen voedt
als moederschoot Aarde
doorheen de dagen
die hen vervagen
als waren ze enkel minuten
in een leven dat nooit bestond
zij zeggen spreken en praten
verwoorden citeren en beloven
ooit te zullen prediken
troosten vergeven en dicteren
hoe wat waarom doet
of gewoon omdat dat zo moet
en ergens onder hen
voelt iemand zich goed
en ik,
in de verteerde nerven
van m’n gespleten lippen
proef ik bloed
en dans