In stilte hoor ik wat
ooit is geweest.
In lawaai hoor ik wat
nu is.
Verscholen in het donker,
kom ik nu tevoorschijn.
Eens achter het gordijn geweest,
genoeg voor altijd.
Laten zien wie ik ben.
In duisternis zag ik
niet wat was.
In licht zien ik nu wat is.
Voor altijd is niet vergeleken
met mijn altijd.
Mijn leven begint nu.
Of je wilt of niet, ik leef.
Ik adem in en uit.
Nergens meer te weinig
lucht en teveel gezucht.
Ik voel de ijsbloemen op
m'n huid.
Ijs dat overloopt in tranen.