Ik schud de stok met kaarten,
leg de stapel neer, en pak er vier.
Ruite vrouw, hartje koning,
de boer schopt, een klavertje vier.
De stok wordt nog eens geschud,
ik pak er twee kaarten tussenuit.
Op de aas twinkelt een hartje,
die is op een joker vol plezier uit.
De stok schud ik voor de laatste keer,
ik pak vier kaarten van onderen.
Ik trek vier keer, harten boer,
iemand probeert me te bedonderen.