Maar de lucht krijgt altijd spijt.
Chaos schept in korte zinnen
wartaal uit begrip.
Ze leest de wanhoop bij mij binnen
uit een leven zonder grip.
Ik lach maar voel wantrouwen.
Loop, maar ben de weg steeds kwijt.
Wil met jou kastelen bouwen,
maar de lucht krijgt altijd spijt.
Ik zie me in je ogen breken,
mijn woorden hard en vol venijn.
Ik dwing je zo mij te vergeten
dat denkt de chaos in mijn pijn.
Ik zie je gaan, het korte keren,
mijn tranen huilen als je groet.
Chaos laat me door niets deren
omdat ik je weglach, nu voorgoed.
wil melker
25/07/2001