Daar zit ze dan angstig in een hoekje weggedoken,
met haar hart dat helemaal is gebroken.
Ze denkt ergens anders aan en knijpt haar ogen dicht,
misschien dat het de pijn iets verlicht.
Ze wil hun niet zien en wil liever gaan,
ze wil niet zien dat het haar ouders zijn die haar slaan.
huilend hoopt ze dat ooit die pijn overgaat,
Zodat ze van de pij af raakt.
Nu opent ze haar ogen want hun zijn weg
eindelijk rust is wat zij dacht,
Nu heeft ze de hele nacht,
Om zonder haar ouders te zijn.
Ze walgt van hun,
ook al is ze nog zo klein.
ze weet dat die dingen niet zo horen te zijn
Maar telkens als ze daar aan denkt,
Voelt ze toch weer die pijn..
en ik..,
Ik zal er altijd voor haar zijn,
(dit gedicht is voor een vriendin van mij, ze heeft het echt moeilijk maar ik zet er geen naam bij uit respect...!)