Ik stap het water onwetend in.
Met een bries door mijn haar voel ik het koude water aan mijn voeten.
Ik kan nergens heen, 'k wil nergens heen.
Ik word langzaam opgeslokt,
Net zoals de modder daarsttaks met mijn voeten deed.
Het donkere gespetter bereikt nog even mijn oor
samen met de verlossende kreet van een vogel.
Dan hoor ik niets meer.
'k voel alleen nog de zachte plonzen die je maakt
In het verrast winterwater.
Nu zijn we weer samen
Zoals altijd.
Ik staar voor me uit in het donker.
Dan worden we één met het water, de lucht.
We klampen ons vast aan de poten van de vogel
En vliegen weg naar de plek waar we nog geboren moeten worden
Weg van het water...
P.S:dit gedicht is heel mooi en ik zou het op prijs stellen dat jullie het alleen lezen bedankt