Ik zoek hen - zeezacht
zo mooi maar moeilijk
te doorboren en wat ik dacht
wacht nu nog steeds - reeds nacht.
Ik wil kennen kunnen weten
wat daar schuilgaat als je lacht
dichten wil ik - om te vergeten
't zit vast verroest volledig bezeten.
Of dichten om niet te verliezen - jouw
gezicht ooit vaag - versleten
ik wil zeggen: waar ik nu zo van hou
is 't donkere licht in jouw ogen - bodemblauw.