Alle gedachten en problemen,
eisen een eigen plekje in mn hoofd,
ik kan niet meer denken,
ik ben verdoofd.
Net als de problemen bijna mn hoofd uitpuilen,
komt er een klein engeltje.
Dat engeltje helpt me,
ik voel me niet meer alleen,
ik vole me veilig,
met haar armen om me heen.
Haar wooren die me toespreken,
haar oren die naar me luisteren,
het geeft me een goed gevoel.
Ze kan me raad geven,
ze helpt me,
ze weet wat ik bedoel.
Ik zou wel voor altijd in har armen willen blijven liggen,
voor altijd mn verhalen vertellen,
maar ooit is het daarmee gedaan,
moet ik op eigen benen kunnen staan.
Maar van de tijd die we nu nog hebben,
wil ik genieten.
Haar nog wel 1000 keer vertellen dat ik van haar hou,
dat ik haar volledig vertrouw.
Die tijd komt inderdaad,
dat ik op eigen benen moet staan,
maar zolang dit goed voelt,
denk ik daar niet aan.
Ik hou van je!