Het grijpt maar om zich heen en maakt willekeurige slachtoffers
Tsunami die huizenhoog boven een wolkenkrabber uittorent
en wij maar rennen naar een plek waar droge voeten droog blijven
Is dat de waan van de dag die achter ons aansleept; paardentram
met horten en stoten hobbelend over kinderkopjes, blakend ongeduld
en zien we scherp met vertroebelde lenzen die ons aangemeten zijn
Wie de wijsheid nog in pacht heeft mag het zeggen, steek de vinger op
en wijs dan in de richting die we gaan moeten om te overleven hier
is het alvast zwart en klam en om ons heen geen houvast touwen meer
Het leven zien als een beklimming van een berg zonder top; dat is een
hele zware vlag die we torsen moeten op onze schouders gespekt met
dikke lagen eelt in de koude kleren zal het niet gaan zitten zo warm
Nooit meer te hoeven wachten op wat er komen gaat een uitweg
zo onderhand noodlottig twijfelen aan je eigen stem we kotsen heel
wat emmers vol en laten ze staan tot de volgende dag, kijk niet
Resten van onszelf die we achterlaten hier, sporen in het stof
Onduidelijk of iemand zich ooit druk zal maken over wat we doen
moeten als wij allang verdwenen zijn maar in hoop nog ergens
leven
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: artemis | ||
Gepubliceerd op: 04 januari 2005 | ||
Thema's: |