Omdat de poort klem bleef zitten en nooit meer openging
zat ik er voor altijd vast, dat was tenminste de uitleg die
uitgeschreven op tien vellen a4 voor me lag, haast in boek
Zij die het gezonden had, de postzegel nat beplakt, gevouwen
zag het tafereel wantrouwend aan en dacht het hare van
mijn plotselinge verlatingsangst die ik tentoonspreidde
Ophef die ik maakte over mijn situatie viel niet in goede aarde
ik bleef een wees van mijn eigen onschuld; ongeborene; vrucht
de onrijpe kers die maar niet wil vallen in zwoele nazomernacht
Daar was het dat ik hing achter een poort op slot en stijf dicht
geen spleetje licht doortastend genoeg zich tussen kier te wringen
en de duisternis die mij omklemde was zo vochtig dat ik stikte
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: benji | ||
Gepubliceerd op: 04 januari 2005 | ||
Thema's: |