bloed dorstig
Diep in de duistere nacht
Liep ik naakt door de woeste regen
In mezelf praten heel zacht
Verloren in de grote stad
Op zoek naar vers bloed
Mensen zijn er zat
Harde tepels van de koude druppels op mijn borst
Ik voel geen kille lucht. Heb geen gedachten
Zoek een weg, voor het lessen van mijn bloederige dorst
Door stervelingen omringt, starend naar mijn naakte ik
Verblind door hun mening, de vele ogen naar mij gericht
Ik smeek om bloed, ben bang dat ik in mijn dorst nog stik
Ik ben een exemplaar van kannibalistisch wild leven
Snikkend om middernacht in de kou van december
Knielend neer tot de afgrond. Valt naar bene de regen
Niemand die zijn bloed aan mij wil geven
Verhongerd het duistere lichaam midden december nacht
Stierf in dichte bebossing aan de stads rand
Mijn bloedarme ziel, en uitgedroogde dorst
Vergaan in de regen, met komst van de zon tal van botten enkel nog te vinden
In het somber ogende bruin zwarte zand