Onrustig is het zwerk naar nacht
dat langs beijzeld pad de horizon
uitvouwt, onrustig jankt het zwart
naar maan naar nieuwe grenzen.
Verloren doolt een geest naar niets
dan beklonken scherven, verloren
in verdroomde spiegels die het
toekomstspoor verblinden.
Doordringend is de regen op het pad
richting verleden, doordringend
stroomt de leegte in een stiltevloed
verzameld al haar kracht
en zwijgt.
Auteur: Edwin van Rossen | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 21 december 2004 | ||
Thema's: |