Ik vecht elke fractie van een seconde, het ene deel is sterker.
Ik heb gefaald in elk opzicht. Ik heb er genoeg van.
Zwak, in de war, ronddolend maar niet wetende naar waar naartoe.
Nee ik wil niet, echt niet. Ik kom er wel niet?
Ik herpak mij en wel nu meteen.
Ik kan niet meer, echt niet.
Geen enkel woord kan omschrijven wat ik nu voel.
Midden in de nacht, ik wil om hulp roepen
maar iets houdt er mij tegen.
Laten we maar de waarheid verdoezelen,
ze is te hard om luidop te zeggen,
zelfs fluisterend doet ze zo een pijn.
Vol angst, pijn en één grote leegte.
Een leegte die elke avond opnieuw wordt gevuld
om daarna weer alles leeg te laten lopen.
De zin, waar is mijn zin gebleven.
Doelloos zweef ik rond,
fysisch aanwezig, psychisch niet meer hier.
De geest het lichaam verlaten, het hart leeggebloed.
De strijd heeft lang genoeg geduurd,
en heeft zijn doel verloren onderweg.
Laat mij gaan,
ik sta op de rand van een ravijn,
kijkend naar beneden en wankelend op één been.
Bang voor mijn gedachten,
bang voor wat komen zal.
Vergeef mij, vergeef voor mijn zwakheid.
Jullie moeten me laten gaan,
laat mij vluchten, laat mij zweven,
ver weg van dit bestaan.
I.C.