De tijdreiziger reist zijn werelden rond
volgt de wijzer en wijzigt zijn frequentie
op zoek naar de onvindbare nieuwe dimensie
niet wetend op welke plek hij gister stond
De weger weegt de chaos van de verandering
na zoveel verandering heet chaos vernieuwing
De lezer leest hardop: nieuw, nieuwer, nieuwst
Nieuwe verwarring door nieuwe verandering
andermaal chaos maar permanent is al normaal
De reiziger weet beter: het blijft de eeuwige chaos
je komt er niet tijdgebonden ongeschonden van los
Hij wijzigt zijn frequentie naar interdimensionaal