Er was eens een meisje.
Dat meisje liep helemaal verloren. Ze had
geen echte vrienden, kreeg geen aandacht, ze voelde zich zo alleen. Ze was nog jong, kende de betekenis niet van liefde, genegenheid, geborgenheid, tederheid omdat ze die nooit zelf gekregen had.
Dit meisje zag het helemaal niet meer zitten. Liep steeds meer en meer naar de afgrond. Tot ze iemand leerde kennen.
In het begin wist ze niet wat voor iemand dat was, maar er was iets, iets dat ze niet kon thuisbrengen. Een soort gevoel dat ze niet kende.
Een gevoel dat er niet mocht zijn. Haar gevoel werd beantwoord. Het meisje en de jongen leerde elkaar op een verdrietige manier beter en beter kennen.
Het meisje fleurde helemaal op. De jongen leerde haar alles, wat liefde is, vriendschap, tederheid, genegenheid. Hij gaf het haar allemaal. Ook de wijze levenslessen die ze nooit meegekregen had. Het jonge verdrietige meisje groeide uit naar een jonge volwassen vrouw. Ze werd gelukkig, haar leven had weer zin. Die jongen is haar droomprins waar elk meisje wel van droomt.
Het meisje is supergelukkig nu, dankzij haar droomprins, haar redder in nood.
De droomprins waar ze eeuwig van zal houden!