Papa hoe is het aan de overkant?
Zeg pa hoe is ’t nu aan de overkant?
Is het echt daar het beloofde land?
Of zit je vast en kan je niet meer terug?
Is er achter jou slechts die verbrande brug?
Heb je ma gezien of zie je niemand meer?
Is ’t de moeite waard dat ik nu direct crepeer?
Zijn die pillen goed of is het werkelijk waar?
Geen plaats vrij voor een zelfmoordenaar?
Het is te laat ik heb ze reeds genomen.
Maar ik ben je nog nergens tegen gekomen.
Op het eind der tunnel zie ik een helder licht.
O, pa ik ben nu werkelijk dicht.
En kijk, dooreen de lamp de schepper wuift mij toe en bromt.
‘Het is nu de derde keer verdomd dat ik zijn maag heb leeg gepompt.’
Ik word weer wakker opnieuw ongelofelijk misselijk ziek
Reeds drie keer, na een poging, in dezelfde kliniek.