Dag vlinder met je voelsprieten in een knopje
Je vleugels staan in rust meestal omhoog geklapt
Rood, geel, zwijgend, tegen elkaar met blauw beklad
Alsof jouw vrije meningsuiting werd gejat
Jij dagvlinder, komt wel niet uit het nachtpopje
Die slechts in onopvallend kleur werd opgelapt
Met sprieten zonder knopje, leeg is hun kopje
Als men ze met plat gevouwen vleugels betrapt
Na de paring leggen vlinders dan hun eitjes
waar een lekker etentje kan worden gehapt
En waar de rupsjes dan kunnen eten als bleitjes
Eens het popje uit, nu het leven ingestapt
Na die vijftallige vervellend karweitjes
Is de rups uitgegroeid en voelt hij zich zo knap
Wetend dat hij zal vliegen tussen de bijtjes
De dag dat hij uit zijn spinnendraad en pop stapt