Altijd was je boos op mij,
nooit liet je me vrij.
Al die tijd was ik blind,
en deed ik dingen zoals het jou zindt.
Je zij dat je minder boos zou zijn,
maar toch deed je me keer op keer weer pijn.
Ik dacht bij elke ruzie dit is de laatste keer,
maar toch liet ik het weer gebeuren keer op keer maar weer.
Elke keer stond iedereen bij jou,
en stond ik alleen in de kou.
Ik zie nou pas hoe blind ik was al die jaren,
en hoe speciaal die mensen zijn die er altijd voor me waren.
Sommige mensen zullen gewoon nooit veranderen,
daar ben jij er een van onderandere.