Een gebaar, een gevoel,
Je lichaam trilt.
Geest uit het lijf getild,
Een traan stroomt zwoel.
De ziel schreeuwt het uit,
Radeloos, zwetend en stijf.
Gevoelloos, bijna zonder lijf,
Je mond maakt geen geluid.
Sprakeloos vol van geluk,
Poriƫn vol van vocht.
Adem die voelt als tocht,
Tranen vallen stuk.
Bliksemschicht uit je schenen,
Gevoel en coƶrdinatie in strijd.
Had iets in mijn handen, ben het kwijt.
Viel die hamer, nu op mijn tenen.
Marc 01- 03 - 2004