Vrijdag word ik wakker met een goed gevoel. Ik ga jou vandaag zien was het eerste dat door mijn hoofd schoot.
Enkele uren voor ik vertrekken moest, bel je en zeg je dat je ziek bent.
Ik kan het niet geloven, ik ga jou vandaag weeral niet zien, ik ben gekwetst, want ik weet dat hij weeral eens geen tijd heeft voor mij, maar dat hij het lef niet heeft om het te zeggen zoals het is; dat hij mij weer vergeten is . Ik hou het niet meer uit , ik kan er niet meer tegen
Ik wou , ik wil ; had hij nu meer eens tijd voor mij!