Paarden dat zijn oprecht edele dieren
Want ze hebben meer dan mensenmanieren
Je hebt het renpaard, het Arabisch volbloed
Het Brabantspaard, of die in de circusstoet
En toch blijven ze juist op pas, naast elkaar
Instemmend hinniken, en nimmer tieren
Om die vrije meninguiting te vieren
Houdt elk zijn eigen ik zijn, in het gemoed
Zo wordt er geen haat en nijd noch leed gevoed
Met respect voor elk sprietje gras als eetwaar
Al in de stal met zijn bijtende mieren
Of in de wei tussen balende stieren
Onder eigen bloed of eender welk gebroed
Blijft het paard statig rechtstaan zonder hoogmoed
Met manende mannen bij wind of gevaar
Beter poten en benen vol met spieren
Dan een hoofd of een paardenkop vol klieren
Dus kiest hij voor een ruitere zonder knoet
die alle toeschouwers even lief begroet
Zo komt de wereldvrede niet in gevaar