Als een blaadje zomaar voor me neer dwarrelt, wordt mijn aandacht getrokken tot zijn eenvoud en kracht.
Mijn vingers volgen de lijnen van z’n nerven, die middenin resulteren in een hart.
Nerven die staan voor de oorsprong, de geschiedenis, dat wat je meekrijgt bij de geboorte.
Het blaadje echter is gegroeit, gekleurt en uitgevlogen.
Zo flexibel en wispelturig doch ook zo kwetsbaar en fragiel.
Meegevoerd door de wind, op zoek naar zijn plek, zijn bestaan,
Verkleurend tot het einde, deel uitmakend van de grond waar wij op staan en verder gaan.