Waarschijnlijk heb ik je nooit goed begrepen.
Alhoewel ik het zo vaak probeerde, liep ik tegen
De lamp die zag dat wij geen licht gaven.
Enkel in het licht van anderen gaven wij
Vorm aan deze duisternis, die wij toch de onze noemde.
En met dit besef ben je opgestaan en weggegaan
In andermans verenpak, om te pronken
Met al dat wij niet zagen of hebben gehad.
Nu zie ik je lopen en denken zonder mij,
Enkel ik houd de sleutel in het slot...