Zat ik daar in een bos
op het mos
vol licht van de zon
of het anders kon?
was het goed?
was het slecht?
of het moet?
en oprecht?
of ik wou?
lucht zo blauw
gras zo groen
rennen, vliegen
wat te doen?
wat te winnen?
geluk beminnen
geen verdriet
tussen het riet
niemand die het ziet
niemand die het hoort
noch gefluister
nog één woord
als maar door
keer op keer
wanneer hoor
ik het weer
wanneer niet?
wanneer wel?
veel te vroeg
veel te snel
Geef me een teken
zeg me iets
ik wist ze keken
maar helemaal niets..