De sterren,
Ik kijk naar de lucht.
Het is donker,
De sterren fonkelen,
De maan laat haar licht over mij vallen.
Het is allemaal zo rustig,
Zo stil.
Maar diep in mij,
Is er geen rust.
Het wemelt er van de vragen,
Zoveel verdriet.
Zoveel woede.
En jij weet er niks van
Je denkt alleen aan jezelf,
Aan je eigen leven.
Je laat je beïnvloeden.
Heb je die keus zelf gemaakt?
Of heeft iemand anders die beslissing genomen?
Iemand die in jou lichaam is gekropen?
Iemand die ik niet ken!
Ik heb het niet gemerkt.
Ik kon het niet stoppen.
Kon ik je maar wakker schudden!
Je laten zien wat je allemaal kapot maakt,
Wie je allemaal kwetst.
Je bent veranderd.
Ik ken je niet meer.
En ik heb het niet gemerkt.
De sterren en de maan;
Zo rustig,
Zo stil.
Maar ik,
Vol van ingehouden woede en verdriet;
Ik heb het niet gemerkt.
Niet gemerkt,
Dat je zo van me vervreemd was.
Hoe heb je mij zo’n pijn kunnen doen?
Hoe heb je mij zo kunnen kwetsen?
Ik begrijp het niet meer.
Ik ken je niet meer!