Er was eens...
een meisje in Het Bos.
Ze dwaalde wat rond.
Opeens staat ze stil...
ze ziet een vos.
Niet zomaar een vos...
maar een pratende vos.
'Hallo meisje wat doe jij hier?'
'Nou...euh,ik zoek al wekenlang
naar De Hoge Mier.'
'Aha' zei de vos.
'tsja...die is inderdaad hier.'
'Kunt u me dan helpen?'
'Het spijt me' zei de vos.
'De Hoge Mier maakt nog weleens
gebruik van haar Hongerige Welpen.'
'Oh' zei het meisje.
'Dat valt wel te verhelpen.
Ik ben namelijk een verwante van haar.'
'Hmmm' zei de vos.
'Maar toch...als ik jouw was,zou ik niet
naar haar toe gaan.'
Het meisje keek de vos plompverloren aan.
'Wacht eens even' zei de vos,
'Misschien weten De Drie Bomen wel raad.'
'Waar is dat?'
'Ik breng je wel' zei de vos.
'Kom laten we snel gaan.'
De vos en het meisje liepen al meer dan twee uur.
'Ik wil niet lullig doen vos,maar zijn we er al,
mijn benen worden al aardig zuur'
'Geduld meisje...zie je dat grote vuur?'
'Ja'.
'Nou bij dat vuur ligt ook Het Beruchte Schuur.'
'Leuk dat je me dat allemaal vertelt vos,maar
waarvoor dient die schuur en dat vuur?'
'In principe dienen ze als een soort muur.
Een muur voor De Drie Bomen,
want niet iedereen mag zomaar bij de Bomen komen.'
'Wie mogen er dan niet komen?'
Met een grimmig gezicht antwoorde de vos:
'De Demonen met hun metgezellen;De Misvormde Klonen.
'Maar die zijn toch verworpen door de Goden?
Hoe kunnen zij ooit in Het Bos komen?'
'Lang verhaal meisje...kom genoeg gepraat,
ik zal je De Drie Bomen tonen.'
Het meisje staarde naar boven.
En zomaar uit het niets...kwam er een
goud-zwarte adelaar aangevlogen...
Sorry mensen,het sprookje is voor nu afgelopen.
Wordt vervolgd...