De tijd:
De tijd heeft geen respijt,
Waar wel nijd, voor het
Onopzichtige wezen genaamd mens.
De mens kwam als een wens,
Kende logica noch grens, en
Bespeelde de tijd ondoordacht.
Ondoordacht, maar toch nam het acht,
Terwijl hij lacht, om hoe de tijd zonder
Respijt met minuscule nijd de wensende
Mens zijn wonden heelt.