Nu spoor ik tussen grind en grond
waar weg de nacht inboort
en luister langs het talud
de glooiing van de einderstond, zo
verkennen we het verstomde leven
als een lange reis richting horizon
verdwijn in het gras, klaprozen
verstilde klokjes in de verte
en soms een veertje
eenzaam dwalend langs
het silhouet van de statige wachters.
Auteur: Edwin van Rossen | ||
Gecontroleerd door: Pieps | ||
Gepubliceerd op: 07 oktober 2004 | ||
Thema's: |