Temidden van het vreemde.
Temidden van het vreemde
Is gevoel alleen maar angst.
Een idee van niks beginnen
Maar eindigen waar dat moet.
Je peinst en schuifelt wat voort
Zoals iedereen, zoals ieder ander.
Een muur van hoge verwachtingen
Dus rennen naar ‘beter weten’.
Een mierenhoop van karakters
Ik ken je niet, wie kent mij wel?
Een kralensnoer, om dunne hals
Die nog lang niet breken wil.
Gefluister, gegil, mijn huivering
De zon schijnt als men dat wil.
Temidden van het vreemde
Is gevoel niet wat jij dacht.
September/Oktober 2004