Ochtendplas
Ik schrijf een rijm
en waan me Dichter;
mijn geest die zweeft,
ik denk me lichter
dan de lucht.
De tijd loopt tikkend
langzaam later,
mijn pen krast krullend voort
met opgetogen halen
als een spreeuwenvlucht.
Leeg is de fles,
vol het papier;
voldaan ga ik naar bed.
En lees ik ’s morgens
wat ik ’s nachts heb neergezet
dan rest me slechts een kater.
Koos 3-10-04