Lang geleden leefde een onsterfelijk volkje in Cyberia
onbezonnen en onoverwonnen
feestend tot in de morgen.
Onder hen: een elfje lief en fijn
zoals geen enkel cybertje kan zijn.
Het elfje altijd goedlachs en vrolijk
oprecht goed,gedienstig en vriendelijk.
Zo nu en dan was elfje er niet
want elfje was een beetjeziek,
een knobbeltje speelde haar parten
maar geen cybertje had verdriet
want dat mocht het feest niet tarten.
Op een dag was elfje niet meer
en pas na weken vroeg een cybertje zich af
waar elfje dan toch wel was.
Men zocht gans cyberia af
tot men vond : het graf.
De cybertjes bloosden verlegen
en brachten bloemen naar het graf
Maar na weken was men het vergeten
en kon men weer feesten, op en af.
De grote Oppercyber daalde neder
en zag het verkommerde graf zo teder
hij vervloekte de cybertjes voortaan
Zo Elfje is vergaan, zo zal het met cybertjes gaan.
Voortaan verdween zo nu en dan een cyber
en bad men tot de grote Oppercyber
bang om te verdwijnen, bang om te lijden
maar de vloek bleef gedijen.
En als een cybertje verdween
was er verdriet en geween
maar niet voor lang want dra
was het weer feest in Cyberia.