Toen en Nu
De treurwilg in de regen,
Je ziet, dat brengt geen zegen.
'tIs één en al verdriet,
zelfs geen lach bij het avondlied.
Een zwerver in de stad op een bank,
Geen vrolijk gelach maar weengeklank
Zo voel ik mij door mijn grote smart,
Wat is er erger dan verdriet in je hart?
Wie kijkt er nou een keer naar mij om?
Dan zal mijn hart weer fleurig zijn als een blom.
Maar neen, ik blijf altijd alleen,
Een snik welt op gevolgd door geween.
Maar hoor, wat is dat voor gezang?
'Ga niet alleen, wees maar niet bang,
breng je lasten bij Hem, dan is er geen geklaag'
Is dit de waarheid? O wat wil ik dat toch graag!
Nu is het de zee bij zonsondergang,
en kan ik niet begrijpen dat ik eens was,zo bang.
Ik steun nou op God mijn Toeverlaat,
Hij maakt mijn leven mooi en geeft me altijd raad!