Mijn ware ik
Wanneer je me ziet dan zie je altijd mijn lach,
Altijd vriendelijk en vrolijk en zeg altijd gedag.
Maar diep van binnen schuilt mijn ware ik
Vol van verdriet, angst en pijn, maar hij geeft geen kick.
Om hem heen staat een grote muur van steen,
Daar zit hij dan eenzaam en alleen.
Eigenlijk wil ik hem aan niemand laten zien
Want hij zit daar al zeker een jaar of achttien.
Ik ben zelf te bang om hem te uiten
En het liefst zou ik hem voor altijd opsluiten.
Maar de laatste tijd komt hij steeds vaker naar buiten
En overstemt al dat vrolijke fluiten.
Ik zorg er nog steeds voor dat niemand hem ziet
En zou willen dat hij het gewoon zo liet.
Het ging toch altijd zo goed
En lijkt het me beter dat ik zo verder moet.
Leven met verdriet, angst en pijn.
Het heeft al 26 jaar zo moeten zijn.
Ik weet dat jij en vele andere me willen verlossen
Maar ik weet dat ik dit zelf moet oplossen.
Ik laat niemand binnen hoe graag ik dat ook wil
De verdriet, angst en pijn zullen blijven ook met die pil
Waarschijnlijk zal ik altijd zo blijven
Ook al zou ik het 100 keer opschrijven.
Nooit zal ik dat gevoel op papier kunnen zetten
Of zal je het aan me zien, hoe je ook op me zal letten.
Dit alles betekent niet dat er met mij niet valt te leven
Want wie weet komt de tijd dat ik me wel bloot kan geven.
Het kan zijn dat jij degene bent die me bevrijd
Als je tot die tijd maar met me kan leven en raak ik je niet voor die tijd kwijt