Dit gedicht gaat over een jongen waarvan ik nog steeds niet kan geloven dat hij echt mijn vriendje is:
Ik zit naast je in je auto
en bekijk je van uit mijn ooghoeken
niet begrijpend wat zo'n leuke jongen als jou
bij zo'n gewoon meisje als mij heeft te zoeken
Ik sla mijn ogen naar beneden
en vraag me af hoe het mij is overkomen
dat zo'n iemand als jij mij leuk vind
zoiets gebeurt toch alleen in mijn dromen?
Stiekem kijk ik weer even naar je
en geniet ik van ieder moment
ik krijg een grote glimlach op me gezicht
omdat ik realiseer hoe blij ik met jou ben
Je kijkt me vragend aan
en je wilt weten waarom ik lach
maar ik weet niet hoe te vertellen
dat ik zo blij ben dat ik dit meemaken mag