ik droomde deze nacht,
een droom vol pracht,
over een leven tussen liefde en haat,
en een gedachte die me niet gerust laat,
een natuur zo prachtig,
veelbloeiend en omslachtig,
een volk zonder haat,
waar iedereen toch z'n gang gaat,
maar de droom bleef niet mooi,
m'n wereld was gewoon een kooi,
waar ik me in bevond,
met veel haat errond,
de sleutel ligt toch binnen in,
in ons hart, in de min,
liefde zou ons kunnen bevrijden,
en ons verdriet verdrijven.