DE KOEIENWALS
Dacht ik met mijn koeiengedicht
een inzending te hebben van gewicht
dacht ik met mijn koeien
alle kanzen voor de ander uit te roeien.
Kom jij me daar heel vals
met een vleugellamme zwanenwals
dit kan ik niet verkroppen
en dat melodietje kan ik maar niet stoppen.
Ik zie het al voor mij gebeuren
een paar zwanen met elkander aan het sleuren
mens wat gaan die beesten daar tekeer
daar op het Zwanenmeer.
Aan de wal staan een paar koeien
vol afkeer beginnen zij te loeien
en roepen aan elkaar
kijk eens naar dat gespartel daar.
maar een koe, net terug van een reis met de TCV
bekijkt het schouwspel heel tevree
hij roept de andere koeien tot de orde
ondanks dat de 'e'en voor de ander morde.
Hij overtuigde hen van de pracht
wat daar op het Zwanenmeer werd gebracht
hij stelde aan hen voor
kom zet ook eens jullie beste beentje voor.
De koeien kregen toen de smaak te pakken
en hielden op met hakketakken
en terwijl zij zich aan elkanders horens klampen
begonnen zij te rampestampen.
Zij loeiden daar bij van wanakoe tot tierelier
maar toen kwam er opeens een grote stier
die riep "He wat is dat voor `n gedoe,
gedragen jullie je eens als een nette koe.
Het zal jullie straks berouwen
houd toch je gemak en ga liggen herkauwen
zo is het van korte duur
of jullie melk die wordt zuur.
Ik wil jullie feestje niet verstoren
maar straks komt de slagroom uit jullie oren
en de boer krijgt van jullie elk
alleen nog maar een emmertje karnemelk."
Na het lezen van jouw gedicht
zach ik dit alles voor mijn gezicht
dus na van jouw zwanenwals te hebben genoten
heb ik het met dit koeiensausje overgoten.
DdJ.