tranen rollen speels over krolse wangen
een omgekeerde glimlach op mijn gezicht
mijn gemoed bevangen,
van een pijn zo zoet en zuur
vochtig warm in het vizier
verstoort mijn blik voor korte duur
vlijmend scherp wordt troostend vaag
in mijn neus huist een tranengeur
ik zie als Monet
en de wereld bestaat uit vlagen kleur
maar mijn gemoed is wispelturig,
en kwispelt wanneer het wil
en vult mijn vizier nu met Hopper
de wereld bestaat uit recht en kil
ik presenteer u:
mijn gemoed, de picasso