Het verhaal van onze vriendschap.
Jij was als een dagboek van een klein weerloos jongetje,
Open en wachtend om een stukje van mijn ziel te horen.
Ik schreef over mijn jeugd, mijn angsten, mijn vriendschappen,
En iedere pagina,
Begon een verhaal op zichzelf te worden.
En dat verhaal is het verhaal van onze vriendschap.
Zal ik je erover vertellen?
Het ging over een jong jongetje dat langzaam maar zeker een man werd.
En jij was gewoon een vriendin die langzaam mijn liefde werd.
Ik was bang, onzeker, onveilig.
Omdat jij zoveel meer van de wereld had geproefd dan ik.
En ik was bang dat mijn weinige ervaring van deze wereld,
Lang niet genoeg zou zijn.
Toen werd onze vriendschap opeens vele malen sterker.
Wij waren niet langer meer twee aparte wezens,
Maar op momenten dat onze harten en zielen elkaar raakten...
Voelde ik dat er niets in deze wereld was die dit kon vernietigen.
Ik was zeker, vol vertrouwen, en bovenal vredig.
Maar het lot diende zich aan,
Een conflict was niet te vermijden.
En in slechts een fractie van een seconde,
Waren we weer twee gescheiden wezens.
Wezens midden in het diepe vloeibare blauw.
We zouden alleen nog maar langs elkaar heen kunnen zwemmen.
Soms, zou onze huid zachtjes langs elkaar heen kunnen wrijven,
En soms, zouden onze ledematen elkaar niet meer los willen laten.
Maar het water dat tussen ons stroomt,
Houd ons nog steeds apart.
Maar de afstand tussen ons werd nu wel groter,
Onze vriendschap begon juist te groeien.
De verbintenis tussen onze harten en zielen wordt zeker vaster,
En zonder deze verbintenis,
Zou ik pas echt verloren zijn...
Verloren in de diepe donkere zee.