We fietsen altijd samen
jij keek wel uit
voor twee; voor mij en voor jou
" want jij moet twee fietsen sturen,"
lachte je," met die fiets op je neus!"
Toen opende een portier
de poort naar de dood voor jou
Je voorwiel draaide nog rondjes
terwijl jij al de bocht naar het einde
had genomen, je bloed nog
een rood landkaartje tekende
tussen de straatstenen
Op dat landkaartje in mij
fiets ik stom alle paadjes af
maar ik kan je niet,nooit vinden
Nu fietsen wij altijd samen
jij en ik, en kijk IK wel uit voor twee
want het is moeilijk sturen
met jou op mijn schouders