Ik ben altijd al een vechter geweest.
Ik bleef strijden tot ik m'n doel had bereikt,
maar jij hebt me zo diep in de put geduwt
en ik kon er niet meer uit.
Het heeft eeuwen geduurt
eer ik uit die reuzachtig put ben geraakt.
Het heeft me veel moeite gekost,
en toch bleef ik aan je denken,
ondanks alle pijn die je me hebt aangedaan
en ik hoopte dat je zou bellen en zei dat het je speet.
Nu denk ik ook nog aan jou,
maar ik denk niet aan hoeveel pijn je me hebt aangedaan
maar ik denk aan hoelang we zwijgend hebben geknuffeld en gekust in het park,
nadat we hadden gezegd dant we van elkaar hielden.