Pijn,
gevoelloos,
harteloos,
verdriet.
Verdriet,
om leven,
om dood,
gevaar.
Gevaar,
om te verdrinken,
in je tranen,
ik huil.
Ik huil,
om jou,
lieve sgat,
gevangen.
Gevangen,
ja door de dood,
in zijn armen,
veilig.
Veilig,
rustig,
troostens,
maar ver weg.
Ver weg,
van ons,
vergeten?
Nooit!
Nooit,
losgelaten,
altijd in mijn hart,
mijn lieve sgat.
Lieve sgat,
altijd vrolijk,
nooit verdriet,
maar nu,
Nu,
pijn vanwege jou,
je verdwijning,
weggegeven.
Weggegeven,
nooit teruggekregen,
van de dood,
jouw ziel.
Jouw ziel,
leeft verder,
zonder ons,
met ons.
Met ons,
een nieuw leven,
ver van elkaar,
maar,
DICHTBIJ