Er blies een ware strijd voorbij.
Koude adem. Stilte.
Schoonheid op een paard
en duizend zielen in een machtige adem
voortgestuwd en gedreven
aan de rand van schemerige tijd.
Duistere geheimen bliksemen
in een flits voorbij, gebroken wit
verdwijnt door kieren van bestaan.
Ik proef een eeuwige gouden schijn,
streel wat rest in relikwieën
en verdwaal als licht in de verte.