je staat voor de spiegel
kijkt diep in de ogen van een persoon
je ziet in die heldere ogen,
woede, verdriet, eenzaamheid, verwarring...
en toch lijkt er nog hoop...
ogen zeggen veel van een persoon,
dan denk je
waarom is in haar ogen zoveel te zien,
en vanbuiten lijkt ze zo gelukkig
helemaal geen verwarring of woede...
niemand kan dat zien in haar ogen,
want je keek namelijk,
gewoon in jezelf...
iets wat anderen nooit zullen zien