Ik maak het bed op voor ik ga slapen
Mijn hand strelend over jouw kant
En zachtjes vlei ik me neer
Om dan te vluchten tussen de lakens.
Met één enkel licht in de hoek
Schaduwen werpend in de kamer
Zoals ook mijn hart overschaduwd is.
Een zachte bries door het raam,
Een klein zicht op een grote wereld
Zoveel mensen, verstopt tussen stenen
Maar ik zoek slechts één
Zoveel gezichten,
Maar ik zie slechts één
Zoveel namen, weerklinkend door de straten,
Maar mijn hart, roept slechts één
De echo gedragen door de wind.
Hoor je het niet?
Zie je het niet?
Zie je mij niet?
Onder de lakens,
Verstopt, tussen stenen.