Rotterdam, 08-04-’01
Zondag, 22.45
Verdwenen verdriet
Elke dag, ook als de zon weer schijnt,
Is er weer een kind dat zomaar spoorloos verdwijnt.
Spoorloos verdwijnt op de wereld tussen al die mensen,
De verloren gezichten van ouders die op hoop blijven wensen.
Zomaar zonder doel of reden,
Weer een paar kinderen meer voor in je gebeden.
Houdt het dan nooit een keer op?
Of kost het weer iemand zijn kop.
De kop van de dader die het waarschijnlijk gedaan heeft,
Of van het kind dat in gedachte verder leeft.
Het houdt nooit op, je weet het niet,
Jammer genoeg is er niemand die het voorziet.
Tot die tijd laat de hoop voor die mensen leven,
En iedereen ze steun in gedachtes geven.