Pour les jours dans la nuit.
Pour la nuit dans les jours.
La lumière dans les nuits.
La noir dans les jours.
Tot de avond duister valt
in het leven van de dag,
zal ik me telkens weiden
aan...
de zotte morgen.
Hernemen zal ik het ritme van
de morgen met zijn schaterlach.
Maar voor de dagen in het donker,
de dagen in de nacht, zal ik me troosten
met dat jij er was.
Voor de nacht in de dagen,
de duistere nacht, zal ik me troosten
met de gedachte van leven.
Het duister in de nachten,
het duister in de dagen.
Stervende in het duister,
vergeet men je in de dag.