Corneel Penseel
(een liedje)
Corneel Penseel de artistieke schilder
trekt er op uit met ezel en palet
in de natuur schildert hij bloem en vlinder
ook worden vergezichten op het doek gezet
Corneel Penseel vertoeft heel graag aan beken
zijn ogen zoeken naar een vogel of een vis
die worden dan heel uitgebreid bekeken
en vereeuwigd samen met een gele lis
Corneel Penseel is ook vaak in de duinen
maar als het stormt dan gaat hij naar het strand
schildert de zee vol schuimend witte kruinen
met op de voorgrond een geel streekje stuivend zand
Corneel Penseel kan ’t schilderen niet laten
al zit hij thuis dan heeft ie nog geen rust
hij schikt een peer, een bokking met wat graten
en een strilleventje wordt in elkaar geprutst.
Corneel Penseel, Corneel Penseel je weet geen maat
je gaat vast door met schild’ren tot je laatste snik
en als je tijd er is nou reken maar dat ik
zal zorgen dat je schildersdoos je kist in gaat
met een spieraam en een rolletje Vlaams linnen,
dan kan je in de hemel zo opnieeuw beginnen.
Koos 16-6-04