'Hier wil ik niet leven', sprak hij wijzend naar het kaalgetrapte veld
zijn stem brak in scherven en viel voor me op de grond, de brokken
werden opgeraapt door een voorbijganger, die ons hoorde praten
vivre ici
c'est ne pas un accident
Terwijl hij liep en ik hem volgde naar waar het licht scheen te schijnen
struikelde ik haast over zijn hakken, die de sloot maar net ontstegen
zodat we droog leken te dartelen door de duistere nachtmis, de psalm
vivre ice
est-ce que un accident
En des te hoger het koor zong des te valser het in onze oren klonk
zodat we ook de kerk uitvluchten op zoek naar stilte, welverdiend
of eenzaamheid, hoewel we niet wisten of we samen alleen zijn konden
Voordat hij viel kuste ik nog net de rand van het ravijn, en toen ik me
voorover boog zag ik hem vallen, de vlammen achterna, uit de hoogte
schreeuwde ik hem na: 'Daar wil ik niet leven'. En ik wees naar wat hij
zien moest als zijnde zwartgeblakerde stenen
vivre ici