dansen naar de maan
zierlijk als een zwaan
zweigend als het graf
toen haar liefde het begaf
ze glimlacht
als zoete honing zo zacht
een glimlach met te veel macht
maar niemand die haar ooit sterk acht
dansend naar de maan
zierlijk als een zwaan
haar vrienden zien haar niet nooit
maar toch is ze daar en iemand zal haar zien ooit
ze is niet bang
ze hoord gezang
haael zacht
maar er komt nu kracht
niemand die haar ziet
ze denkt dat ze dit verdient
maar niemand verdient dit
denkt ze als ze zit
het leefen is hard
toch wacht ze met smart
op de man van haar dromen
als hij ooit zou komen
ze zingt een lied
terwijl ze geniet
het is stil
de lucht voelt kil
het doodt pijn
want ze weet nu dat hij niet bestaat en dat is niet fijn